|
|||
Een HIV test kan gratis en anoniem, maar tegenwoordig ook thuis, al is dit iets minder betrouwbaar. Hieronder een aantal oude artikelen met allerlei meningen en bezwaren de webmaster is voorstander van zelf testen ;-) Bel voor een gratis anonieme HIV-test en goed advies 0900 2042040 Aidsfonds.nl Bestel bij hiv-thuistest.nl een goedgekeurde doe-het-zelf HIV-test voor een prikkie.
|
|||
|
|||
Aids Fonds vindt
hiv-thuistest niet nodig 20 april 2000 Er zijn tegenwoordig hiv-zelftests te koop
waarmee mensen zelf hun bloed kunnen testen op
hiv-antistoffen. De resultaten van de zelftests zijn niet
voor 100% betrouwbaar. In Nederland is het gebruik van de
zelftest niet nodig. Er is altijd wel een betrouwbare
testplaats in de buurt waar mensen onder deskundige
begeleiding en desgewenst anoniem op hiv getest kunnen
worden. De test kan ook worden uitgevoerd bij de
huisarts. Dan betaalt de ziektenkostenverzekeraar de
rekening. Aan het gebruik van de zelftest kleven nadelen. |
|||
Besmettingsgevaar bij
prikaccidenten Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20018 2500 EA Den Haag GZB/GZ 2055592 20 maart 2000 In verband met het Algemeen Overleg over Academische Ziekenhuizen op 22 maart heeft u mij op 16 maart gevraagd te reageren op een brief van de voorzitter van de regio Amsterdam van de Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG) d.d. 15 februari. De VHIG, regio Amsterdam, stelt in deze brief de mogelijkheid tot het doen van bloedonderzoek na een prikaccident aan de orde. Zij geeft aan dat indien een prikaccident plaatsvindt het bloed van de patiënt waaraan het slachtoffer van het prikaccident is blootgesteld momenteel alleen onderzocht mag worden op de aanwezigheid van HIV na toestemming van de patiënt. Indien de patiënt toestemming weigert wordt volgens de VHIG de medewerker in zekere zin verplicht te starten met profylactische maatregelen, met de daarbij behorende nadelige en emotionele bijwerkingen. De VHIG bepleit dat uit het oogpunt van veiligheid en bescherming van de medewerker onderzoek van bloed van de patiënt, dat veelal beschikbaar is, ook zonder toestemming mogelijk zou moeten zijn, waarbij de uitslag geheim zou kunnen blijven voor de patiënt. Mijn reactie hierop is als volgt. Op dit moment bestaat er geen wettelijke mogelijkheid om iemand bij prikaccidenten te dwingen tot het ondergaan van een HIV-test. Hieraan ligt het grondwettelijk recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ten grondslag. Van het uitvoeren van een test kan op grond van de Wet op de geneeskundige behandelings-overeenkomst alleen sprake zijn met toestemming van de patiënt. Ook kan het niet zo zijn dat de patiënt niet geïnformeerd wordt, tenzij deze niet geïnformeerd wenst te worden. Daarom dient in dergelijke gevallen net zo gehandeld te worden als in situaties waarin onbekend is van wie het materiaal afkomstig is. Er dient een zo goed mogelijke inschatting gemaakt te worden van de overdrachtskansen met het oog op eventueel te starten profylactische maatregelen. Dit is mede van belang omdat:
Een
risico-inschatting zal daarom ook in de onderhavige
situatie altijd de doorslag moeten geven ten aanzien van
een vervolgbeslissing. Op grond hiervan kan ondanks de
emotionele belasting het starten met profyactische
maatregelen aangewezen zijn. Het wettelijk afdwingen van
een HIV-test, danwel een wettelijke verankering die de
mogelijkheid biedt om serum zonder toestemming van
betrokkene op HIV te onderzoeken biedt daarom vanuit het
oogpunt van de beroepsbeoefenaar (het slachtoffer van het
prikaccident) dan ook niet de door de VHIG beoogde
optimale bescherming. |
|||
PERSBERICHT Actiever HIV-testbeleid wenselijk Volgens een vandaag uitgebracht advies van de Gezondheidsraad aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is de tijd rijp voor minder terughoudendheid bij het aanbieden van de HIV-test in de gezondheidszorg. De therapeutische mogelijkheden voor seropositieven en aidspatiënten zijn de laatste jaren sterk verbeterd. Daardoor wegen de voordelen van een vroege diagnose op tegen de daaraan klevende psychische nadelen. Mensen bij wie risicofactoren voor HIV-infectie aanwijsbaar zijn, moeten volgens de Raad de HIV-test aangeboden krijgen. Voor een zwangere vrouw geldt dit ook in geval van twijfel over haar risicostatus. Tot voor kort waren er geen mogelijkheden om het beloop van een HIV-infectie gunstig te beïnvloeden: het ontstaan van de dodelijke ziekte aids was niet te voorkomen of uit te stellen. De testuitslag 'seropositief' betekende daardoor voor de patiënt het abrupte begin van een uitzichtloze periode van grote lichamelijke en geestelijke nood. Daarom is, mede op advies van de Gezondheidsraad, altijd terughoudendheid betracht in het ongevraagd aanbieden van de HIV-test door beroepsbeoefenaren in de gezondheids- zorg. Al enige jaren is het tij aan het keren. Met succes is en wordt gewerkt aan de ontwikkeling en toepassing van geneesmiddelen die het fatale proces van virusvermenigvuldiging kunnen afremmen of zelfs tot staan brengen. Bijna een jaar geleden heeft de Gezondheidsraad een advies uitgebracht over deze highly active antiretroviral therapy (HAART; ook wel triple therapy geheten). Hoewel algehele genezing nog niet mogelijk is, blijkt verlenging van het leven met verbetering van de levenskwaliteit binnen bereik te liggen. Een vroeg begin van de therapie lijkt van veel belang te zijn. Vooral bij zwangere vrouwen is de te behalen winst groot: de kans op virusoverdracht van moeder op kind kan in beginsel fors worden gereduceerd. Door de nieuwe ontwikkelingen is de verhouding tussen de voor- en nadelen van het ondergaan van de HIV-test belangrijk veranderd. Daarom is het wenselijk minder terughoudend te zijn bij het ongevraagd aanbieden van de HIV-test. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten, meer dan voorheen, proberen na te gaan in hoeverre risicofactoren voor HIV-infectie aanwijsbaar zijn in het leven van degene die zich in hun spreekkamer meldt. Dit kan gebeuren aan de hand van in het advies gegeven gedetailleerde omschrijvingen van de omstandigheden, gedragspatronen en (medische) gebeurtenissen die volgens de huidige inzichten een verhoogd besmettingsrisico inhouden. Zijn dergelijke risicofactoren, blijkens de verkregen antwoorden op gerichte vragen, inderdaad aanwijsbaar dan moet het ondergaan van een HIV-test nadrukkelijk worden aangeraden. Gaat het om een zwangere vrouw dan moet dit ook gebeuren als haar risicostatus onduidelijk is. In alle gevallen is het noodzakelijk om via gedegen voorlichting de patiënt in staat te stellen zelfstandig een beslissing te nemen. Mensen met een ongunstige testuitslag dient men te verwijzen naar een arts die ervaring heeft met het behandelen van patiënten met HIV-infectie of aids. Intussen is er, zo besluit het nu verschenen advies, behoefte aan schriftelijk voorlichtingsmateriaal over de nieuwe inzichten in de voor- en nadelen van de HIV-test. Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt drs J Sekhuis, arts, tel. (070) 340 54 41, of prof. dr JJ Sixma, tel. (070) 340 74 50. Datum: 20 januari 1999 |